C H R I S T I N A D E W O N D E R B A A R L I J K E
Christina de Wonderbaarlijke of Christina Mirabilis (1150 - 1224)
Christina werd wees toen ze vijftien was en bleef met twee zusjes achter in het ouderlijk huis, waar zij zich met zijn drieën aardig wisten te redden. Toen Christina ergens in het begin van de dertig was, stierf ze voor de eerste keer. Zij zou in Sint-Truiden begraven worden, maar midden onder de mis ging ze rechtop in de kist zitten en fladderde om vervolgens als een vogeltje naar het gewelf van de kerk te fladderen. Pas op het bevel van de priester wilde ze weer naar beneden komen. Daar vertelde ze dat ze door engelen was meegenomen, die haar de hel en het vagevuur hadden laten zien. Ze hadden haar daarna voor de keuze gesteld om naar de hemel te gaan of op aarde te lijden voor de arme zielen. Ze had voor het laatste gekozen. Ze kon de lucht van de zonde niet verdragen, en ontvluchtte die door zich vliegend naar allerlei hoge plaatsen te begeven. Ooggetuigen meldden onder andere bomen, kerktorens en molenwieken. Soms ook deed ze het tegenovergestelde en kroop in graven.
Haar gedrag, hoe wonderbaarlijk ook, werd zelfs haar 12e-eeuwse medeburgers wat te gortig, en die probeerden haar dan ook als krankzinnige op te sluiten, maar zij brak haar ketenen en tralies alsof het strootjes waren en vloog dan telkens weg, psalmen en sequenzen zingend met een hemelse stem. Zij leefde lange perioden alleen, kroop onder het ijs om boete te doen voor de zonden van haar medemensen en sprong dan even later juist weer in een gloeiende oven, waar ze ongedeerd uit tevoorschijn kwam. Zij werd van hekserij beschuldigd en weer opgesloten, maar toen ze haar lichaam, dat door de slechte behandeling in de gevangenis met zweren was overdekt, genas met olie die uit haar eigen borsten vloeide, werd ze erkend als (krankzinnige) heilige.
Aan het einde van haar leven woonde ze in het Sint-Catharinaklooster te Sint-Truiden waar ze in 1223 voor de tweede maal overleed. Juist op dat moment zat echter een medezuster van haar in ernstige geestelijke nood, en ze ging haar nood klagen bij de baar van Christina. Die stond toen maar weer op om haar te troosten. Kort daarna overleed ze voor de derde keer, nu voorgoed, in 1224. (bron: Wikipedia)